Godzilla viert dit jaar zijn 70ste verjaardag. Hieperdepiep, hoera! De titaan zag in 1954 het levenslicht als metafoor voor kernwapens. Niet voor niets dus dat de king of the monsters ontsproot in het getraumatiseerde Japan, nog geen tien jaar na Nagasaki en Hiroshima, en dat zijn meest aangrijpende incarnaties steevast uit Japanse potgrond komen. Denk maar aan Shin Godzilla uit 2016 of Godzilla Minus One van het afgelopen jaar. Die laatste sleepte zelfs een Oscar in de wacht, een primus voor de franchise.
Dit ontroerende Assepoesterverhaal kan echter niet doorgetrokken worden over de hele lijn. Zoals bij vele franchises kan een kat haar jongeren niet terugvinden in de warboel van licenties en rechten rondom Godzilla en zijn vele kaiju-costerren. Zonder ver uit te wijden hoeft u enkel te weten dat er vandaag de dag óók Godzillafilms komen uit Hollywood, die los staan van de Japanse, en waarin men de trend van een overkoepelend universum nastreeft. Godzilla x Kong: The New Empire is de vijfde film in het zogenaamde Monsterverse van Legendary Pictures, en ook in dít filmuniversum kunnen we intussen spreken van een gordiaanse knoop.
Nochtans is het concept achter deze film eenvoudig genoeg. Aan het einde van de vorige film, Godzilla vs. Kong, heeft Kong eindelijk een nieuwe thuis gevonden. Als laatste van zijn soort is hij echter hopeloos eenzaam. Goed, opzet van het hoofdpersonage is dus duidelijk: Kong heeft nood aan soortgenoten en sociaal gezelschap. Hij vindt die vrij snel, doch zij het onder tiranniek bewind van de Skar King. Hoppakee, onze antagonist! Simpel, toch?

Was het maar. Regisseur Adam Wingard laat briljante momenten zien, scènes waarin ettelijke minuten aan een stuk gecommuniceerd wordt zonder dialoog, die mij bijvoorbeeld deden denken aan Primal van Genndy Tartakovsky. Maar Wingard kan zich blijkbaar niet bedwingen en onderlijnt telkens weer deze woordloze emotiewisselingen van de titanen met rotsaaie, menselijke personages die enkel een spreekbuis vormen ter expositie. Godzilla x Kong respecteert de intelligentie van zijn publiek niet en schuift overal dode momenten tussen om te tolken voor de kleinste gemene noemer.
Daarnaast is het inhoudelijk ook een farce. Kong moet een tand laten trekken en Godzilla vindt zijn gouden mandje in Rome. Bij de eerste confrontatie met de Skar King kan Kong hem in principe meteen de baas, wat het moeilijk maakt om ook maar enige spanning op te bouwen naar de ontknoping toe. Legendary heeft dit misschien zichzelf aangedaan door zo snel uit te pakken met Ghidorah en Mechagodzilla in vorige films, maar niettemin is een aap als antagonist toch wel een hele stap terug. De geloofwaardigheid moet inboeten. In feite voelt het aan alsof dit in oorsprong een standalone Kong film moest zijn, en men er nadien kost wat kost Godzilla heeft ingepropt om de ticketverkoop aan te dikken. Aap tegen aap, daar is een geloofwaardige film in te vinden. Aap tegen Godzilla hebben we in 2021 al gezien, en we weten hoe dat eindigt.
Maar het visuele natuurlijk. Godzilla x Kong is gewoonweg een prettig kleurrijke film. De beelden uit de thuiswereld van Kong zijn adembenemend en het kind in ieder van ons ontwaakt wanneer de titanen wereldmonumenten vernielen en met elkaar aan het worstelen gaan. Ongeacht wat voor brokkepap het plot ook mag zijn, niets zal dat veranderen. Verder introduceert de film ook een nieuw personage genaamd Trapper, een allegaartje van Steve Irwin, Ace Ventura, en Starlord. Een verfrissende aanwinst voor de cast.

Wie goesting heeft om gewoonweg enkele kaiju mekaar meppen te zien geven, die gaat aan zijn trekken komen met deze recentste toevoeging aan het Monsterverse. Met de juiste verwachtingen en het kritisch denkvermogen uitgeschakeld is Godzilla x Kong een aangename ervaring en zeker het bekijken in de bioscoop waard. Voor een monsterfilm met – naar het schijnt – meer diepgang, moeten we echter blijven wachten op de Japanse film Godzilla Minus One, die in onze bioscopen maar een beperkte release kende.
Lang zal hij leven, in de gloria.