Deze week had ik met een collega een kort gesprek over spiritualisme. Vorige levens, hypnotisme, en nog meer kwakzalverij. Het gesprek was kort omdat ik dat soort zaken snel in de kiem smoor, voluit beseffend dat ik iedere vorm van tact ontbreek als het op dit onderwerp aankomt.
Kijk, ik ben van jongs af aan opgegroeid tussen de bergkristallen, tarotkaarten, pendels, spreuken en andere soort nonsens. Mijn moeder deed als alleenstaande enorm haar best en ik zag haar graag, maar ze was effectief zo zot als een achterdeur.
Kaartleggingen deed ze zolang ik mij kan herinneren, wellicht al van voor mijn geboorte, en het bleef een hobby. Zoals andere mensen breien of strijken tijdens het televisiekijken, zo zat mijn moeder in de zetel de Lenormandkaarten te schudden. Af en toe deed ze ook een kaartlegging voor een vriend of kennis, en ze dacht werkelijk dat ze hier mensen mee hielp.

Op ongeveer mijn veertiende werd ons ma ernstig ziek. Nee, nog niet de kanker, die kwam pas later. Haar specialisten veranderden van diagnose alsof het ondergoed was. Wat het exact was, wisten we dus niet, maar werken zat er niet meer in.
Ons ma was altijd een sociale vlinder geweest, maar met zowel haar gezondheid als de financiën in gebreke kwijnde zij meer en meer weg in de eenzaamheid. Haar aansporen tot het bezoeken van familie of zelfs nog maar het halen van een brood leidde tot niets, enkel bittere discussies. Zij leefde niet meer maar werd geleefd: hele dagen, nee, weken, vulde zij met sigaretten roken, koffie drinken, en televisiekijken. Wij moesten smeken om er een boterham in te krijgen. En steeds maar schudde zij die Lenormandkaarten. Erop terugblikkend zie ik in dat zij wellicht depressief was, en zij zocht alsmaar meer haar toevlucht in de konijnenpijp van het spiritualisme.
Al snel was zij niet enkel een kaartlegster meer, nee, zij was plots ook een ‘medium’ en een ‘heks’. Ik herinner mij nog hoe ik een keer noodgedwongen in de tuin moest gaan zeiken, want zij was begonnen aan een ritueel in de keuken en de cirkel mag toch niet doorbroken worden, zeker? Een andere keer kreeg mijn broer onder zijn voeten omdat hij dierf te blussen wat lag te fikken in de pompbak. Burenruzies werden beslecht met voodoorituelen. Alle logica had het kot verlaten.
Op de piek van haar carrière verscheen ons ma in Dag Allemaal. Ze had een logo en een website. Zij had bijgod zelfs merchandise en verkocht shirts op de bizarre spirituele beurzen waar zij een standje had. Ze adverteerde via teletekst en was te bereiken via sms, telefoon, én chatbox. Ons ma bleef zelf steevast geloven in haar huichelarij, maar mijn kritische ziel vond het toch wel straf dat ik tientallen mensen op dezelfde dag zowat dezelfde toekomstvoorspellingen hoorde krijgen. Misschien waren het allemaal Schorpioenen? Toen zij er een spel van maakte om contact op te nemen met ouders en geliefden van vermisten, overtuigd dat zij hen met de pendel kon opsporen, was het hek helemaal van de dam. Deze mensen beseffen niet hoeveel ruzies er bij ons thuis zijn gevochten ter verdediging van hun recht op rouw.

In mei van dit jaar zal het tien jaar geleden zijn dat ons ma bezweek aan longkanker. Ze was 48. Door al de jaren afzondering hadden wij geen recente foto’s van haar. Op haar doodsbeeldje en zerk prijkt een marketingfoto die eigenlijk bedoeld was om haar zwendel van hoop en verdriet te promoten, een foto waarvoor ze zich nog een keer had uitgedost.
Bovenstaand relaas is weinig flatterend, maar ik heb lang om haar gerouwd. Mijn schoolcarrière stortte volledig in elkaar en ik viel in een diep gat. Pas sinds enkele jaren heb ik een wereldbeeld dat mij helpt om dit alles te plaatsen en vrede te nemen met wie ons ma was. Determinisme, oftewel een compleet ongeloof in vrije wil.
Ik ben lang geen wetenschapper dus ik raad aan om zelf op onderzoek te gaan, maar hier is mijn samenvatting ervan. Alles in het universum is onderhevig aan de wetten van de fysica en chemie. Mijn overtuiging is dat alles in een of andere formule past, of ze nu al gekend is door de wetenschap of niet. De implicatie daarvan is dat de uitkomst van ieder proces voorspelbaar is, te berekenen met die formules. Ook de biochemische processen in onze hersenen. Als wij de uitkomsten van die processen zouden kunnen beïnvloeden, dan zijn we tovenaars. Niet dus. De logische conclusie van deze gedachtegang is dat er geen vrije wil bestaat, enkel oorzaak en gevolg oftewel causaliteit. Kwantumfysica gooit in bepaalde mate roet in het eten, maar een factor van willekeurigheid beschouw ik nog steeds geen bewijs voor vrije wil. Deze visie noemt men hard determinisme.

Waarom ik plots begin te ijlen over determinisme? Ik zal het u zeggen. Een deterministische blik verschaft bescheidenheid en perspectief. Wij zijn allen tandwielen in een grote klok, in mijn ogen zonder maker, en hebben onze positie in die machine aan niets te danken. Ik ben allicht bovengemiddeld intelligent (doch, dat denkt iedereen, en de helft moet zich vergissen) maar dat is geen reden tot fierheid want het kon niet anders dan zo zijn. Ons ma ontbrak enkele vijzen, maar ik moet haar dit niet kwalijk nemen want het kon niet anders dan zo zijn. Haar gedachten en handelingen waren het product van haar genetica en ervaringen, net zoals dat bij mij en u het geval is.
De valkuil schuilt natuurlijk in het fatalisme. Het is niet omdat alles op voorhand vast ligt, dat alles hopeloos is. In de praktijk ligt de toekomst open omdat wij niet kunnen weten in welke mate zij vast ligt. Laat determinisme je dus niet weerhouden van een goede inzet en optimisme, daartoe dient het niet. Het biedt echter wel troost bij het kijken naar het verleden: het kon namelijk niet anders dan zo zijn.
Mama deed haar best, net zoals wij allemaal, en meer kunnen we er niet van zeggen.
Houd de handen in het karretje en geniet van de rit, hij kan sneller voorbij zijn dan je denkt.